Achtergrond
Het is de paradox van het beroep van leerkracht: een zware werkbelasting en hoge tijdsdruk versus de idee van korte werkdagen en veel vakantie. De discrepantie tussen wat leerkrachten zeggen te doen en het beeld van wat de samenleving denkt dat ze doen is hardnekkig. Ze nodigt uit tot discussies over het misverstaan van het beroep van leerkracht en de hoeveelheid niet-lesgebonden taken die leerkrachten op zich nemen, zowel in de samenleving als in de politiek.
De opdracht
Tegen de achtergrond van de politieke discussie over het beroep van leerkracht, besloot Vlaams minster van Onderwijs Hilde Crevits om een studie uit te voeren met als doelstelling om op objectieve wijze de werktijd en de werktaken van leerkrachten in het basis- en secundair onderwijs (inclusief het bijzonder onderwijs) in kaart te brengen. Daarbovenop moet informatie over de arbeidsomstandigheden waaronder leerkrachten hun job uitoefenen extra context bieden. Voor het verzamelen van context-rijke gedragsdata wordt het MOTUS softwareplatform gebruikt.
“MOTUS brengt de taakbelasting en context van het beroep van leerkracht in kaart: wat doen ze, hoeveel, wanneer, waar, met wie, met welke technologische ondersteuning, en met welke motivatie.”
Het project
Het project loopt van januari tot april 2018 en deelname bestaat uit zeven stappen:
- Aan elke leerkracht (ongeveer 155.000) in Vlaanderen wordt via een mediacampagne gevraagd om deel te nemen.
- Deelnemen vereist het registreren van een geldig e-mailadres op een informatieve website www.hetgrotetijdsonderzoek.be.
- MOTUS zendt een bevestigingsmail, samen met een gebruikersnaam en wachtwoord naar de leerkracht, met de vraag om een via www.motusresearch.io een profielvragenlijst in te vullen. Deze vragenlijst bevat een controle op de geldigheid van het stamboeknummer van de leerkracht.
- Op basis van de binnenkomende profielvragenlijsten worden de leerkrachten gespreid over de lengte van de veldwerkperiode.
- Leerkrachten worden gevraagd een voorvragenlijst in te vullen die peilt naar persoonlijke achtergrondgegevens en naar kenmerken op school- en klasniveau.
- Hierna starten leerkrachten met hun tijdsregistratie van 7 dagen.
- Om het onderzoek af te ronden vullen leerkrachten een navragenlijst in met vragen over de voorbije week (i.e. de week van hun tijdsregistratie).
De resultaten
Na de dataverzameling en voorbereiding van de databanken zullen verschillende rapporten bezorgd worden aan Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits en aan de begeleidende stuurgroep die bestaat uit de onderwijskoepels en de onderwijsbonden. Na de studie krijgen de leerkrachten een overzicht van hun eigen tijd en de mogelijkheid een vergelijking gemaakt met significante anderen met waarborging van de privacy van alle deelnemers.
Via deze link kan je de perspresentatie, de rapporten en de samenvatting van het project downloaden.