Oplossing Tag: Vragenlijst

Gebruikersonderzoek bij Openbare Bibliotheken

De onderzoekscontext

In 2004 werd het eerste grootschalige gebruikersonderzoek bij Openbare Bibliotheken uitgevoerd. Anderhalf decennia later heef de bibliotheeksector ingrijpende veranderingen ondergaan, mede als gevolg van de toenemende invloed van het internet die het medialandschap totaal hertekende. Hoewel het uitlenen van materialen uiteraard nog steeds één van de kerntaken is, hebben veel bibliotheken zich opnieuw uitgevonden. Openbare bibliotheken zijn anno 2018 ontmoetingscentra geworden waar allerhande activiteiten worden georganiseerd. Lidmaatschap is geen voorwaarde meer om een bibliotheek te bezoeken. In 2018 gaf de VVBAD (De Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief en Documentatie) opdracht voor een vervolgonderzoek.

De uitdagingen

Het onderzoek werd uitgevoerd via MOTUS. De flexibiliteit van dit softwareplatform diende te waarborgende dat:

  • resultaten vergelijkbaar zijn met het onderzoek uit 2014;
  • resultaten vergelijkbaar zijn tussen bibliotheken onderling;
  • de vragenlijst desondanks aangepast werd aan de veranderingen die bibliotheken hebben ondergaan;
  • de vragenlijst ruimte liet voor vragen specifiek voor een bepaalde bibliotheek; en
  • de rekrutering van respondenten verder ging dan alleen geregistreerde leden (immers, bibliotheken zijn bv. ook ontmoetingscentra).

“MOTUS biedt de flexibiliteit om binnen een vergelijkend onderzoek tevens de unieke context van elke bibliotheek voor te leggen aan de gebruiker en hierover hun mening te leren kennen.”

Het onderzoek

Tussen februari en juni 2018 werden de bibliotheekgebruikers, in de breedste zin van het woord, uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen. Via de landingspagina (www.bib2018.be) selecteerden zij hun eigen bibliotheek en vulden de algemene vragenlijst in alsook een vragenlijst specifiek voor hun bibliotheek. Elke bibliotheek krijgt na afloop een gepersonaliseerd rapport. De resultaten worden gebruikt om de werking van deze bibliotheken te evalueren en verbeteren waar nodig.

Het gebruikersonderzoek in cijfers

  • 107 openbare bibliotheken namen deel aan het onderzoek;
  • 61 bibliotheken voegden unieke vragen toe;
  • Meer dan 45.000 bibliotheekgebruikers hebben hun mening gegeven;
  • De enquête stond 5 maanden online;
  • De gemiddelde invultijd bedroeg 28 minuten.

Bewoner-huis interactie voor en na renovatie

Ons huis: 5 kenmerken

Meer dan 90% van onze tijd spenderen we binnenskamers, een groot deel daarvan in onze eigen woning. Studies tonen aan dat de technische staat van de woning de fysieke en mentale gezondheid van haar bewoners beïnvloedt.

Veelal krijgt een gezond huis 5 kenmerken:

  • goede slaapconditie
  • comfortabele binnenhuistemperatuur
  • verse lucht
  • voldoende daglicht
  • een goede luchtvochtigheid

Renovatie: nodig maar niet eenvoudig

Renovatie van huizen is voor Europa een belangrijk speerpunt in energie-efficiëntie. Naar schatting zullen 9 op 10 woningen van vandaag ook in 2050 nog bewoond zijn. Ongeveer 3/4de van deze huizen is echter niet energie-efficiënt en scoort een onvoldoende op minstens 1 van de bovenstaande 5 kenmerken. Dikwijls zelfs op meerdere punten tegelijkertijd. Niettemin aarzelen veel huiseigenaars om deze renovatie te ondernemen, omwille van een gebrek aan kennis en aan budget.

Betaalbare renovatie in sociale huisvesting

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer huizen gerenoveerd worden? Vroeg VELUX zich af ging ermee aan de slag in Anderlecht (België), in de arbeiderswijk Goede lucht.  Het project pakte een huis aan met een bouwjaar uit de jaren 70. De nood aan structurele renovatie is er hoog. De meeste bewoners zijn huurders via de Sociale Huisvestingsmaatschappij ‘Anderlechtse Haard’, dat de gebouwen bezit.

VELUX stippelde in deze context een betaalbaar renovatieconcept uit, waarbij automatische sturing een sleutelrol speelt: RenovActive.

Van prototype naar stereotype

Een deel van de betaalbaarheid van dit renovatieproject zit in de repliceerbaarheid van de renovatieprincipes. Zo kon de eerste gerenoveerde woning een blauwdruk worden voor 86 gelijkaardige renovatieprojecten in de buurt. RenovActive evolueert dus van prototype naar stereotype: miljoenen huizen van sociale huisvestingsmaatschappijen in Europa kunnen deze renovatieprincipes benutten.

Ok! maar wat verandert er nu écht voor de bewoner?

Elke architect en producent argumenteert vanuit het potentieel van zijn realisatie/product. Het zou dus wel eens kunnen dat het effect van de renovatie op de manier waarop bewoners hun huis effectief gebruiken verschilt van de initiële theoretische inschatting.

Een gebruikersanalyse van de bewoners geeft ons inzicht in de vraag: ’hoe hebben verschillende renovatie-aspecten een invloed op de bewoner-huis interactie’.


Mix van methoden

Onderliggend aan de algemene onderzoeksvraag willen we kennis verzamelen over de 4 dimensies van de bewoners-huis interactie:

  • Algemeen welzijn
  • Tevredenheid met het huis
  • Gezondheidsperceptie
  • Gedragspatronen

Voor dit project zet hbits in op een combinatie van verschillende methoden van dataverzameling. Er wordt gebruik gemaakt van (online) vragenlijsten, individuele gesprekken en groepsgesprekken en van de MOTUS-app om het gebruikersgedrag in kaart te brengen.

De bewoners gebruiken de MOTUS-app om hun gedragingen te registreren en contextvragen te beantwoorden. De gedragingen gaan enerzijds over het gebruik/toepassing van technische renovaties (bv. centrale verluchting, centrale verwarming, openen van een raam/deur) en anderzijds over dagelijkse bezigheden (arbeid, huishoudelijk werk, vrije tijd, slapen, …) thuis/elders, alleen of met anderen.

De MOTUS-app zal ook gebruikt worden als intermediate om technische indicatoren (zoals warmteverbruik) aan de bewoners te communiceren en hierover extra vragen te stellen. We koppelen dus de technische input met de sociologische input.


Vergelijking voor en na

Alle gezinsleden van deelnemende gezinnen krijgen de vraag om gedurende verschillende perioden doorheen het RenovActive-project deel te nemen aan de screening. De screening start met een t-1 meting in hun oude, niet gerenoveerde huis en dus voordat ze verhuizen naar hun nieuw gerenoveerde woning. Kort na het betrekken van de nieuwe woning volgt er een t0 meting. Vervolgens worden over een periode van 2 jaar nog 7 metingen uitgevoerd om de evoluties in het gedrag en opinies te vatten. Hiermee vlakken we ook seizoensvariaties uit.

De studie startte in 2016 en eindigt in 2018/19.