Oplossing Tag: Interview

Brussel, of liever niet?

Brussel vanuit residentieel perspectief

Hoewel het aantal inwoners van Brussel gestaag groeit, daalt het aandeel van gezinnen uit de middenklasse jaar na jaar. Dit heeft een verarming van de populatie van Brussel tot gevolg, wat in schril contrast staat met het toenemende economische belang van Brussel binnen België. Wat op zijn beurt belangrijke financiële implicaties heeft voor de regio.


Blijven of gaan? Achterliggende redenen

Om de migratie richting buitenwijken in kaart te brengen, willen we de socio-economische profielen van verlatersonderzoeken. Deze profielen worden gemaakt op basis van de levenscyclus, opleidingsniveau en persoonlijke interesses, levensstijl, voorkeuren en verwachtingen m.b.t. huisvesting. Verder houden we ook rekening met hun kijk op de veranderende sociale, politieke en economische omstandigheden binnen regio Brussel.


Doel 1: Delphi-aanpak

De meeste onderzoeken baseren zich uitsluitend op de antwoorden die participanten geven op een vragenlijst die betrekking heeft op hun motieven.

“Ondersteund door het MOTUS-platform, wil dit onderzoek gebruik van de Delphi-aanpak, die een combinatie van meerdere actoren en meerdere methodes aanreikt.”

Door de inbreng van beleidsmakers, wetenschappelijke experts, werkgevers, verhuurders en verantwoordelijken voor mobiliteit, onderwijs, tewerkstelling en huisvesting (op gemeenschaps- en regionaal niveau) te combineren, komen we tot een multi-actorapproach.

Deze actoren nemen deel aan een iteratief proces van open vraagstellingen in meerdere interviewrondes, waarbij ze in elke nieuwe ronde hun visie op een meer gedetailleerde wijze kunnen toelichten (gebruikmakend van informatie die in een eerdere ronde werd verzameld). In een volgende fase wordt alle inzichten gebruikt om een vragenlijst op te stellen die kan worden voorgelegd aan 1000 personen die Brussel verlaten, of er net blijven. In een derde fase worden de uitkomsten van deze dataverzameling besproken met bovenvermelde experten, waarna beleidsaanbevelingen worden geformuleerd.


Doel 2: FUR (Functional Urban Region)

Zodra het onderdeel dat gebruikmaakt van de Delphi-aanpak voltooid is, wordt een tweede doelstelling van het onderzoek naar de voorgrond gebracht, namelijk: de plaatsen waar mensen hun tijd doorbrengen (met reizen, werken, inkopen doen, participeren aan cultuur, kinderen aan sociale activiteiten laten deelnemen, etc.) op geografische wijze in kaart brengen.

“Met MOTUS kunnen we de professionele en sociale interacties die verlatersbehouden met de regio Brussel visualiseren.”

Het voornaamste doel is om deze interacties te kunnen evalueren in termen van kosten en baten: voor het individu/gezin enerzijds en de regio Brussel anderzijds. Het doel van dit onderdeel is tweeledig: de FUR van individuen in kaart brengen en aanvullende informatie verzamelen door gerichte vragen te stellen via de MOTUS-applicatie. Deze vragen zullen betrekking hebben op de interactie met de regio Brussel, met speciale aandacht voor motivatie en tevredenheid.

Nieuws diversiteit

Diversiteit en informatieve media

Mediadiversiteit neemt een belangrijke plaats in binnen een sterke democratie. Binnen dit project worden 3 dimensies van mediadiversiteit in kaart gebracht: (1) diversiteit in aanbod, (2) diversiteit in actoren, en (3) diversiteit in visies en standpunten.


Nieuwsdiversiteit in gevaar

Op dit moment overheerst het gevoel dat de diversiteit van nieuws onder druk staat. Om dit gevaar te benaderen vertrekt het project vanuit 3 aannames:

  • Er is momenteel een grotere diversiteit dan voorheen, mede ondersteunt door de toevoer van media via het internet.
  • Niet voor alle thema’s geldt er een toename in diversiteit. Voor meer politieke en sociaal gevoelige onderwerpen neemt de diversiteit van het aanbod af.
  • Het gebruik van media is meer en meer gesegmenteerd, wat als gevolg kan hebben dat op het individuele niveau de diversiteit juist zou kunnen gaan dalen.

Diversiteit van gebruik

Recente studies hebben een inzicht gegeven in hoe (en welke) platformen een rol spelen in de consumptie van media. Gegevens over wat mensen consumeren is eerder beperkt en niet coherent. Nochtans wordt het weergeven van de link tussen de gebruikerssegmenten (geslacht, leeftijd, opleiding, afkomst, beroep, …) en nieuwsinhoud steeds belangrijker.


Het nieuwsgebruik in beeld brengen is niet evident

De vooruitgang in mobiele toepassingen maakt dat gebruikers via verschillende toestellen media en nieuws kunnen consumeren. Hierdoor kunnen ze meerdere bronnen consulteren en toegang krijgen tot nieuwe informatie. Terwijl legt ook de situationele context om het nieuws te consumeren minder beperkingen op. Dit maakt het lastig om nieuwsgebruik in kaart te brengen. Een holistische aanpak die de media en het nieuws als onderdeel van ons dagelijks leven benadert, lijkt daarom aangewezen.

“MOTUS heeft de capaciteiten om op hetzelfde moment het repertoire van de gebruiker als ook de sociaal-ruimtelijke context van het nieuwsgebruik te vatten.”


Hoe?

Voor dit project zal hbits:

  1. Het mogelijk maken om de patronen van nieuwsgebruik in beeld te brengen voor 600 respondenten tussen 25 en 45 jaar oud, en dit voor 7 opeenvolgende dagen.
  2. Bijkomende opdrachten zullen aan de respondent via notificaties en de MOTUS-app worden aangeboden, bv. om een overzicht te geven van sociale mediapagina’s, meer inzicht te geven over de bron en de inhoud van de mediaboodschap, … maar we zullen ook peilen naar de houding tegenover diversiteit.
  3. Informatie aanreiken voor een focusgroep.

Bewoner-huis interactie voor en na renovatie

Ons huis: 5 kenmerken

Meer dan 90% van onze tijd spenderen we binnenskamers, een groot deel daarvan in onze eigen woning. Studies tonen aan dat de technische staat van de woning de fysieke en mentale gezondheid van haar bewoners beïnvloedt.

Veelal krijgt een gezond huis 5 kenmerken:

  • goede slaapconditie
  • comfortabele binnenhuistemperatuur
  • verse lucht
  • voldoende daglicht
  • een goede luchtvochtigheid

Renovatie: nodig maar niet eenvoudig

Renovatie van huizen is voor Europa een belangrijk speerpunt in energie-efficiëntie. Naar schatting zullen 9 op 10 woningen van vandaag ook in 2050 nog bewoond zijn. Ongeveer 3/4de van deze huizen is echter niet energie-efficiënt en scoort een onvoldoende op minstens 1 van de bovenstaande 5 kenmerken. Dikwijls zelfs op meerdere punten tegelijkertijd. Niettemin aarzelen veel huiseigenaars om deze renovatie te ondernemen, omwille van een gebrek aan kennis en aan budget.

Betaalbare renovatie in sociale huisvesting

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat meer huizen gerenoveerd worden? Vroeg VELUX zich af ging ermee aan de slag in Anderlecht (België), in de arbeiderswijk Goede lucht.  Het project pakte een huis aan met een bouwjaar uit de jaren 70. De nood aan structurele renovatie is er hoog. De meeste bewoners zijn huurders via de Sociale Huisvestingsmaatschappij ‘Anderlechtse Haard’, dat de gebouwen bezit.

VELUX stippelde in deze context een betaalbaar renovatieconcept uit, waarbij automatische sturing een sleutelrol speelt: RenovActive.

Van prototype naar stereotype

Een deel van de betaalbaarheid van dit renovatieproject zit in de repliceerbaarheid van de renovatieprincipes. Zo kon de eerste gerenoveerde woning een blauwdruk worden voor 86 gelijkaardige renovatieprojecten in de buurt. RenovActive evolueert dus van prototype naar stereotype: miljoenen huizen van sociale huisvestingsmaatschappijen in Europa kunnen deze renovatieprincipes benutten.

Ok! maar wat verandert er nu écht voor de bewoner?

Elke architect en producent argumenteert vanuit het potentieel van zijn realisatie/product. Het zou dus wel eens kunnen dat het effect van de renovatie op de manier waarop bewoners hun huis effectief gebruiken verschilt van de initiële theoretische inschatting.

Een gebruikersanalyse van de bewoners geeft ons inzicht in de vraag: ’hoe hebben verschillende renovatie-aspecten een invloed op de bewoner-huis interactie’.


Mix van methoden

Onderliggend aan de algemene onderzoeksvraag willen we kennis verzamelen over de 4 dimensies van de bewoners-huis interactie:

  • Algemeen welzijn
  • Tevredenheid met het huis
  • Gezondheidsperceptie
  • Gedragspatronen

Voor dit project zet hbits in op een combinatie van verschillende methoden van dataverzameling. Er wordt gebruik gemaakt van (online) vragenlijsten, individuele gesprekken en groepsgesprekken en van de MOTUS-app om het gebruikersgedrag in kaart te brengen.

De bewoners gebruiken de MOTUS-app om hun gedragingen te registreren en contextvragen te beantwoorden. De gedragingen gaan enerzijds over het gebruik/toepassing van technische renovaties (bv. centrale verluchting, centrale verwarming, openen van een raam/deur) en anderzijds over dagelijkse bezigheden (arbeid, huishoudelijk werk, vrije tijd, slapen, …) thuis/elders, alleen of met anderen.

De MOTUS-app zal ook gebruikt worden als intermediate om technische indicatoren (zoals warmteverbruik) aan de bewoners te communiceren en hierover extra vragen te stellen. We koppelen dus de technische input met de sociologische input.


Vergelijking voor en na

Alle gezinsleden van deelnemende gezinnen krijgen de vraag om gedurende verschillende perioden doorheen het RenovActive-project deel te nemen aan de screening. De screening start met een t-1 meting in hun oude, niet gerenoveerde huis en dus voordat ze verhuizen naar hun nieuw gerenoveerde woning. Kort na het betrekken van de nieuwe woning volgt er een t0 meting. Vervolgens worden over een periode van 2 jaar nog 7 metingen uitgevoerd om de evoluties in het gedrag en opinies te vatten. Hiermee vlakken we ook seizoensvariaties uit.

De studie startte in 2016 en eindigt in 2018/19.